Hij is niet zondermeer aan te merken als dichter of als beeldend kunstenaar. Zelf ziet Armando zijn werk liever als een zg.'Gesamtkunstwerk'. Daarin komen altijd zijn oorlogservaringen naar voren. Daarvoor bedacht hij o.a. het begrip 'schuldig landschap', doelend op de omgeving waar zich gruwelijkheden hebben afgespeeld, ook al zonder enig spoor nagelaten te hebben. In zijn gedichten streeft Armando naar helderheid en compactheid, transparantie en helderheid.
Herman Dirk van Dodenweerd werd geboren in 1929 in Amsterdam, en bracht zijn jeugd door in Amersfoort, waar hij als kind de Tweede Wereldoorlog meemaakte. Het pseudoniem 'Armando' komt van het Italiaanse equivalent van zijn oorspronkelijke naam, 'Herman', en van zijn Italiaanse afkomst -zijn grootmoeder was Italiaanse. Later heeft de kunstenaar besloten om zich onder die naam officiëel in het bevokingsregister te laten registreren.
Zijn eerste gedichten publiceerde Armando in 1954 in het blad Podium. Een jaar later was hij betrokken bij Gard Sivik, een Vlaams-Nederlands literair tijdschrift, waarin o.a. werd geëxperimenteerd met zg. Readymade gedichten, waarin een fragment van een bestaande tekst of een gedeelte uit een gesprek uit hun context worden geïsoleerd:
- wat slingert dit rijtuig, hè.
- nou.
- je kan merken dat het het laatste is. ja.
- ja, d'r zit niks meer achter hè.
Terwijl hij ook aan de weg begon te timmerde als beeldend kunstenaar en o.a. betrokken was bij de in 1960 opgerichte Nul-beweging, waartoe ook o.a. Jan Schoonhoven behoorde, bleef Armando dichten en in avant-garde tijdschriften publiceren, waaronder in 'Barbarber' (1958-1971). Deze gedichten zouden duidelijk ook steeds meer in verband staan met zijn schilderkunst.
Zijn debuutbundel verscheen echter pas in 1964 onder de titel 'Verzamelde gedichten 1951-1963'.
Met deze dichtbundel, poëzie die nog wat op die van de Vijftigers lijkt, sluit Armando echter duidelijk een periode af, en begint een nieuwe, waarin Armando´s thematiek, die van dader, slachtoffer en schuldvraag, naar voren zal komen.
Nieuwe periode
Ondertussen kreeg Armando steeds meer bekendheid als beeldend kunstenaar, maar bleef hij ondertussen ook schrijven. Zo publiceerde hij jarenlang columns in het NRC Handelsblad. Die zijn later gebundeld, o.a in 'Machthebbers' (1983), een uitgave waarvoor hij de F. Bordewijk-prijs en de Multatuliprijs kreeg toegekend. Deze laatste prijs kreeg hij zelfs een tweede keer en wel in 1988 voor 'De straat en het struikgewas', autobiografisch proza waarin de moord op een Duitse kampbewaker wordt beschreven. Ook ontving hij in 1977 de Herman Gorterprijs voor het een jaar eerder uitgegeven autobiografisch gedicht 'Het gevecht'. Dit handelt over een gevecht, dat zich 31 jaar daarvoor in de bossen rond Amersfoort afspeelde, en dat jaren later een mythische lading krijgt op het eiland Thera.
zij, zachte moeder, zij kleurt en zoogt de zomer,
zwanger van zon, zij baart het stugge kind,
uit de bosrand geboren.
zij, zachte moeder, zij baart de verende aarde, zij
warmt de val van het vechtende kind, dat
man tegen man berecht.
In 1980 gaf Armando de bundel 'Tucht: gedichten, 1971-1978' uit, wat zich vooral kenmerkt in een mitrailleurachtige woordenstroom. Hierin komen een 'ik-figuur', een 'hij', 'ze' of 'wij' voor, en Armando slaagt erin deze rollen af te wisselen tussen slachtoffer, daders of gevangenen. Het is in deze bundel, dat zelfs het landschap schuld draagt, en waarin het tevens -door begroeiing- deze schuld verhult.
weinig
bos op het begroeide gras.
als jongen,
wat mij overkwam, geknielde:
aandacht achterdocht.
Daarna kwamen nog bibliofiel 'Het plechtige, het donkere'(1984) en 'De dieren en de bloemen (1987) uit, waarna 'De veldtocht' (1989) in grotere oplage volgde. Van 'De hand en de stem' (1990) kwamen slechts 50 exemplaren uit en van 'De boksers (1993) 200 stuks. In 1994 kwam 'Mensenpraat' nog uit en vier jaar later 'De naam in een kamer'. 'Verzamelde Gedichten' (1999) leidde een periode van stilte in, waarna in 2011 de twee jaar eerder gepubliceerde 'Gedichten 2009' de aandacht wekte van de jury van de VSB Poëzieprijs. In 2010 volgde een bibliofiel werk 'De stilte' (68 exemplaren), in 2011 'Ze kwamen' en in 2013 'Stemmen (2013). In november 2015 verschenen onder de titel 'Waarom' 21 nieuwe gedichten bij Uitgeverij Koppernik.
In 1985 kreeg Armando de Jacobus van Looyprijs voor zijn gehele oeuvre. Ook speelde Armando van 1971 tot 1997 in 'Herenleed', met Cherry Duyns en Johnny van Doorn, alias Johnny the Selfkicker. Dat was oorspronkelijk een televisieserie met absurde, traag verlopende taferelen vant meester-knechtverhoudingen. Later werd daar een theaterversie van gemaakt. Veel van Armando's literaire werk werd vertaald in het Duits, Frans en Engels.
Op 1 juli 2018 overleed Armando in het Duitse Potsdam, waar hij een tweede woning had.
zijwaarts een buiging kruispunt
van de straatweg op de hoek de ingang
de toegangsweg met slagboom
en dan hier een landhuis met
kamers en huisraad en daar
een voordeur en een gang naar achteren
naar de tuin een deur de tuin
waar ze terechtkwamen
(Uit: 'De naam in een kamer', 1998)