Bernlef, het alledaagse in de poézie

Hoewel Bernlef -pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman (1927-2012)- vooral bekend is van zijn romans en verhalen, debuteerde hij in 1959 als dichter met de bundel 'Kokkels', waarvoor hij de Reina Prinsen Geerlingsprijs ontving.  

Rabarber
In 1958 had hij toen al het literaire tijdschrift 'Rabarber' opgericht, samen met schoolleraar Rob Nieuwenhuijs (1908-1999) en schoolvrienden Gerard Stigter (1936), bekend geworden als K. Schippers, en Gerard Bron (1934-2012), bekend als Gerard Brands. 'Barbarber' wilde heel andere teksten en poëzie publiceren dan die van de Vijftigers, veel soberder en ingetogen. De teksten, die erin verschenen waren eerder beknopte notities, korte verhalen, gevonden boodschappenbriefjes en 'readymades'. Literatuur werd zo iets alledaags gemaakt. Het ogenschijnlijk normale is iets wat in het werk van Bernlef veel terug zal komen.

Poëzie in de schaduw
De poëzie van Bernlef heeft altijd wat in de schaduw gestaan van zijn romans. Maar op 'Kokkels' volgden dan ook de bundels 'Ben even weg' (1963), 'De schoenen van de dirigent' (1966), 'Bermtoerisme' (1968), 'Hoe wit kijkt een eskimo' (1970). 'Grensgeval' (1972), 'Brits' (1974), 'De zwijgende man' (1976), 'Stilleven' (1979), 'De kunst van het verliezen' (1980), en Alles terugevonden/niets bewaard (1982).

Bernlef kan beschouwd worden als een dichter van het vluchtige. Bijna om de twee, drie jaar publiceerde hij dan ook een nieuwe bundel waarmee hij als het ware de vorige wilde vervangen. Na zijn grote doorbraak als romanschrijver met 'Hersenschimmen' (1987) publiceerde hij nog altijd poëzie: 'Wolftoon' (1986), 'Geestgronden' (1988), 'De noodzakelijke engel' (1990), 'Niemand wint' (1993), 'Vreemde wil' (1994), 'Aambeeld' (1998) 'Bagatellen voor een landschap' (2001), 'Kiezel en traan' (2004), 'Kanttekeningen (2010) en 'In omgekeerde richting' (2011). In 1985 gaf hij prozagedichten uit onder de titel 'Verschrijvingen'.
  
Prijzen
Behalve romans en gedichten schreef Bernlef -deze naam is ontleend aan een blinde Friese bard uit de 8ste eeuw- ook essays en toneelstukken. In 1962 kreeg hij de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam toegewezen voor 'Morene'. In 1984 ontving hij de Constantijn Huijgensprijs en in 1994 de P.C. Hooftprijs, beiden voor zijn gehele oeuvre. Hij heeft het complete werk van de Zweedse nobelprijswinnaar Tomas Transtömer (1931) vertaald alsmede dat van andere dichters als Marianne Moore (1887-1972) en Elizabeth Bishop (1911-1979).  

Uit het oog uit het hart

Als het iemand is
is het dus die iemand
die ons neerslaat
wegmaait, al ons gras

Ik ben niet bestand tegen dit
alles vernietigende beeld

Daarom leg ik een steen
in een doos, sluit de deksel
begraaf zo de stilte achter zijn naam

Als het iemand is
is hij hier niet
is hij die steen in die doos
ook niet.